Kunst in het basispakket? Waarom eigenlijk niet.


Maandagavond keek ik naar EVA, waar neuroloog en hoogleraar Bas Bloem te gast was. Wat hij daar vertelde, bleef nog lang in mijn gedachten.
In de aankondiging van de uitzending stond letterlijk dat het maken óf kijken naar kunst de symptomen van Parkinson kan verminderen.

Voor mij voelde dat als een soort thuiskomen.
Omdat het precies is wat ik in mijn werk dagelijks zie:
dat kleur, vorm, beweging en expressie iets openen in mensen wat woorden alleen niet kunnen.

Het werd nog mooier.
In de berichten rond de uitzending werd samengevat dat “kunst de symptomen van Parkinson verlicht” én dat Bloem zelfs pleit voor het vergoeden van de Museumjaarkaart door zorgverzekeraars zodat mensen met Parkinson makkelijker toegang hebben tot kunst en musea.

Het Radboudumc schreef bovendien dat hij de rol van kunst verder gaat onderzoeken en dat mensen met Parkinson in onderzoeksprogramma’s in de toekomst mogelijk gratis naar het Rijksmuseum zouden kunnen.

Door Parkinson wordt de wereld kleiner; de stappen worden kleiner, de bewegingen worden kleiner, het denken krimpt. 'Kunst maakt de wereld weer groter' voor Parkinson patiënten aldus Bas Bloem.

Op dat moment dacht ik bijna hardop:
YES! Dit is precies waarom kunst niet bij “extra’s” hoort, maar bij zorg.

Wat ik zo sterk vond aan zijn verhaal, is dat het veel verder ging dan “even een middagje creatief bezig zijn”.

Creativiteit wordt daar niet alleen gezien als schilderen en tekenen, maar als alles wat het brein in beweging zet: vormen, kleuren, koken, puzzelen, knutselen, experimenteren.
In hun creativiteitsprogramma wordt zichtbaar dat zulke activiteiten hersengebieden activeren die gaan over aandacht, beloning, motivatie en leren met meer plezier, meer eigenwaarde en meer veerkracht als resultaat.

Het raakt aan iets dat ik in mijn praktijk zo vaak zie.

  • Er verandert op papier méér dan in een gesprek.
  • Iemand komt door kleur weer even in beweging.
  • Één tekening brengt meer rust dan tien adviezen.

En dan is de vraag eigenlijk heel logisch:
Als kunst klachten kan verlichten waarom staat kunst dan niet steviger in het zorglandschap?
Waarom zou een Museumjaarkaart niet net zo normaal vergoed worden als fysiotherapie?
En mijn persoonlijke droom waarom zouden creatieve programma’s zoals de trajecten van Tekenwijzer niet een plek in het basispakket kunnen krijgen?

Misschien is dat nu nog een paar stappen te ver, ondertussen droom en werk ik (samen met steeds meer tekentaalspecialisten) dagelijks aan deze droom.
Wat Bas Bloem nu laat zien, maakt één ding heel helder:
kunst werkt.

  • Niet alleen emotioneel.
  • Niet alleen mentaal.
  • Maar ook neurologisch.

En dat is precies de richting waarin ik hoop dat we als zorglandschap steeds meer gaan bewegen naar menselijkheid, naar creativiteit, naar alles wat een mens weer een beetje zichzelf laat worden.

Wil je meer weten over de opleiding Tekentaalspecialist? 

Lees meer over dit specialisme